Goed nieuws voor de werkende en/of studerende ouder.
De kinderopvangopvangtoeslag gaat in 2019 flink omhoog. Met de verhoging van de toeslag worden de kinderopvangorganisaties gecompenseerd voor de kosten die zij moeten maken om te voldoen aan de nieuwe kwaliteitseisen (IKK).
Lees hieronder de aanbiedingsbrief van staatssecretaris Van Ark (SZW) aan de Tweede Kamer met betrekking tot het ontwerpbesluit kinderopvangtoeslag 2019. De brief inclusief bijlagen is eveneens naar de Eerste Kamer gestuurd.
Kinderopvang in Nederland is belangrijk. Het is belangrijk voor de arbeidsparticipatie van ouders en voor de ontwikkeling van het kind. Met deze brief bied ik uw Kamer het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen, de wijziging van de toeslagpercentages in de eerste en tweede kindtabel en de wijziging van de maximum uurprijzen voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en de gastouderopvang aan. Hieronder wordt de vormgeving voor de kinderopvangtoeslag per 2019, zoals opgenomen in het bijgevoegde ontwerpbesluit, kort gepresenteerd.
Het is van groot belang dat kinderen op de kinderopvang een goede start kunnen maken en de juiste zorg en aandacht krijgen. Omdat de kwaliteit van kinderopvang zo belangrijk is, is met de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) samen met vertegenwoordigers van ondernemers, medewerkers en ouders ingezet op kwaliteitsverhogende maatregelen. Een deel van deze maatregelen is vanaf 1 januari 2018 ingevoerd. Dit betreft onder andere het opnemen in wetgeving van concretere pedagogische doelen om meer houvast te bieden aan de sector en verscherping van het vaste gezichtencriterium. Hiervoor is in 2018 de maximum uurprijs al verhoogd1. Per 1 januari 2019 zal de kwaliteit verder worden verbeterd, onder andere door het maximale aantal baby’s per pedagogisch medewerkers te verlagen. Hierdoor heeft de pedagogisch medewerker meer tijd en aandacht voor de baby’s. Zo kunnen pedagogisch medewerkers beter inspelen op de individuele behoeften van een baby. Meer tijd en aandacht voorkomen ook stress bij baby’s door overprikkeling.
Hogere kwaliteit voor dagopvang vergt investeringen. De hogere kosten die ontstaan doordat meer pedagogisch medewerkers voor baby’s gaan zorgen, vertaalt zich in een hogere rekening voor de dagopvang. Daarom wordt per 2019 de maximum uurprijs voor de dagopvang verhoogd met € 0,27. Dit wordt gedekt uit middelen die hiervoor reeds in 2017 zijn gereserveerd1. Deze verhoging en de jaarlijkse indexatie van de maximum uurprijzen betekent dat de maximum uurprijs voor dagopvang in 2019 € 8,02 zal bedragen.
In de buitenschoolse opvang (bso) wordt per 2019 het aantal pedagogisch medewerkers per kind verlaagd van 1 pedagogisch medewerker op een groep van 10 kinderen naar 1 pedagogisch medewerker op een groep van 12 kinderen. Hierdoor dalen de kosten voor buitenschoolse opvang en zullen ouders met kinderen op de bso een lagere rekening krijgen. In lijn hiermee wordt voor de bso de maximum uurprijs verlaagd met € 0,34. Dit betekent dat, in combinatie met de jaarlijkse indexatie van de uurprijzen, de maximum uurprijs voor de bso in 2019 € 6,89 zal zijn. Voor de maximum uurprijs in de gastouderopvang vindt alleen indexatie plaats. In 2019 zal de maximum uurprijs voor gastouderopvang € 6,15 bedragen.
Dit kabinet investeert in de betaalbaarheid van kinderopvang en de arbeidsparticipatie van ouders door verhoging van de kinderopvangtoeslag. Vanaf 2019 stelt het kabinet hier structureel € 248 miljoen voor beschikbaar. Per 2019 worden daarmee de vergoedingspercentages in zowel de eerste als de tweede kindtabel verhoogd. In tabel 1 is te zien hoe hoog de kinderopvangtoeslag voor het eerste kind bij enkele toetsingsinkomens wordt. Bijna alle ouders met kinderen op de formele kinderopvang krijgen daardoor vanaf 2019 meer kinderopvangtoeslag op hun rekening gestort.
Het toeslagpercentage voor het eerste kind gaat voor ouders met de laagste inkomens omhoog, van 94% naar 96%. Dit betekent dat deze ouders straks 4% van de opvangkosten zelf betalen4. Hierdoor wordt het voor ouders met lage inkomens lonender om (meer) te gaan werken en wordt de armoedeval verkleind. Sinds de invoering van de Wet hervorming kindregelingen in 2015 is het gaan werken vanuit een bijstandsuitkering ook voor alleenstaande ouders lonend geworden. Door verhoging van de toeslagpercentages worden de kosten van kinderopvang lager waardoor werken nog meer loont.
Ook voor ouders met een middeninkomen stijgt de kinderopvangtoeslag. Zo krijgen ouders met een modaal toetsingsinkomen van €36.839 in 2019 88,3% van de kosten van kinderopvang voor het eerste kind vergoed. Nu is dat 86%. Voor ouders met een toetsingsinkomen van circa €50.000 stijgt de kinderopvangtoeslag voor het eerste kind van 77,2% naar 80,9%. Dit betekent dat deze ouders minder dan 20% van de kosten van kinderopvang tot de maximum uurprijs zelf hoeven te betalen.
Het minimale toeslagpercentage voor het eerste kind (de vaste voet) blijft voor ouders met de hoogste inkomens op 33,3%, zodat ouders tenminste een derde van de kosten tot de maximum uurprijs vergoed krijgen. Daarnaast gaat een deel van de hoogste inkomens die nu 33,3% kinderopvangtoeslag ontvangen erop vooruit, doordat de inkomensgrens van de vaste voet verschuift naar een hoger inkomen. Waar in 2018 ouders met een toetsingsinkomen vanaf € 101.971 en hoger kinderopvangtoeslag krijgen ter hoogte van de vaste voet, wordt deze inkomensgrens in 2019 verhoogd naar € 123.920. Hierdoor gaat het toeslagpercentage voor ouders met een toetsingsinkomen tussen deze inkomensgrenzen omhoog.
Voor de kinderopvangtoeslag geldt dat het percentage dat ouders vergoed krijgen daalt naarmate het inkomen stijgt. Het kabinet beperkt deze daling zowel voor de eerste kindtabel als de tweede kindtabel, waardoor de kinderopvangtoeslag minder daalt als ouders meer gaan werken. Dit betekent dat meer werken voor ouders lonender wordt.
Al met al houden de meeste ouders meer geld over in hun portemonnee. Ouders met kinderopvangtoeslag gaan er door de hogere vergoedingspercentages per 2019 in doorsnee 0,4% op vooruit. In verband met de kwaliteitsverhogende maatregelen wordt dit voor ouders met dagopvang voor een klein deel beperkt. Ouders met een kind op de bso gaan er juist meer op vooruit.
Een uitzondering zijn ouders met een inkomen boven de € 123.920 die alleen één kind hebben op de dagopvang. Tegenover de hogere uurprijs voor de dagopvang in verband met de kwaliteitsverhogende maatregelen, staat voor hen geen verhoging van de kinderopvangtoeslag, omdat de vaste voet niet wordt verhoogd. Hierdoor gaat zo’n 3% van de huishoudens met kinderopvangtoeslag er tot maximaal 0,5% op achteruit.
Gelijktijdig met deze brief ontvangt u ook de uitvoeringstoets van de Belastingdienst van het ontwerpbesluit. Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning voor het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers is overgelegd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Vanaf 2018 hebben álle Amsterdamse peuters recht op 15 uur per week kinderopvang. Hierbij speelt werk, inkomen of opleidingsniveau van ouders geen rol. De kinderdagverblijven zijn van hoge kwaliteit en gericht op de ontwikkeling van peuters. Peuters met allerlei achtergronden komen elkaar daar tegen en worden zich al op jonge leeftijd bewust van de diverse stad waarin zij opgroeien. Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage. Die ouderbijdrage wordt zo laag mogelijk gehouden en tot een minimum beperkt voor ouders met een laag inkomen en peuters met risico op een (taal)achterstand.
Peuterspeelzaal wordt kinderopvangorganisatie
Vanaf 2018 verandert de wet op de kinderopvang: peuterspeelzaal als organisatievorm verdwijnt en wordt een kinderopvangorganisatie met voorschoolse educatie. Amsterdam grijpt deze verandering aan om een peutervoorziening te creëren voor alle Amsterdamse kinderen, waar zij 15 minimaal 15 uur drie dagen per week naar toe kunnen.
Wethouder Onderwijs Simone Kukenheim: “Amsterdam ziet deze nieuwe peutervoorziening als een tussenstap. Landelijke wet- en regelgeving en de daaraan gekoppelde financiële infrastructuur (kinderopvangtoeslag voor werkende ouders en achterstandsmiddelen voor zgn. doelgroepkinderen) maken het nog niet mogelijk om een peutervoorziening te creëren die, net als de basisschool, gratis toegankelijk is voor iedereen.”
Inkomensafhankelijke ouderbijdrage
Alle Amsterdamse peuters kunnen sinds 2016 al minimaal 6 uur per week naar een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf ongeacht het inkomen van hun ouders. Amsterdam heeft in aansluiting op het advies van de SER, besloten dit aanbod per 2018 uit te breiden naar 15 uur per week. Dit zorgt voor een brede ontwikkeling van kinderen. Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag kunnen dat aanvragen via de belastingdienst en betalen een inkomensafhankelijke bijdrage. Ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, krijgen van de gemeente de afgenomen uren (met een maximum van 15 uur) voor het grootste deel vergoed. Ook hier geldt de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.
Voor ouders met een laag inkomen en peuters die het risico lopen op een (taal)achterstand, biedt de gemeente een aanvullende tegemoetkoming om de kosten zo laag mogelijk te houden. Een groot deel van deze ouders komt in aanmerking voor bijzondere bijstand van Werk en Inkomen. Naar verwachting betalen zij een bijdrage van ongeveer 7 cent per uur. Onderzocht wordt of de ouderbijdrage voor alle ouders met een laag inkomen door de inzet van de Stadspas tot nul kan worden gereduceerd.
Meer informatie:
Ouders kunnen voor meer informatie e-mailen met vve@amsterdam.nl of bellen naar 020-251 83 15. Voor meer informatie kijk op amsterdam.nl/voorschool
De kinderopvang is de afgelopen vijf jaar beter en veiliger geworden. Dat zijn de belangrijkste conclusies van de evaluatie van de aanbevelingen van de commissie Gunning, uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De Inspectie van het Onderwijs heeft vastgesteld dat bijna alle kinderopvangvoorzieningen zijn bezocht voor een jaarlijkse inspectie. Driekwart van alle locaties voldoet volledig aan de regels.
De afgelopen vijf jaar is er veel gedaan om kinderopvang veiliger te maken en dat is volgens het onderzoek gelukt. Nieuwe medewerkers kunnen pas aan de slag als ze een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. Daarna worden alle vaste medewerkers in de kinderopvang continu gescreend op strafbare feiten. Bij de invoering van het personenregister gaat dit ook voor tijdelijke medewerkers gelden.
Het vier-ogen-principe is op de kinderopvang ingevoerd. Dit houdt in dat medewerkers altijd gezien of gehoord moeten kunnen worden tijdens hun werk. Ook zijn er al een meldcode en een meldplicht bij vermoedens van geweld of misbruik.
De kwaliteit is omhoog gegaan door betere opleidingen van de medewerkers. Om de kwaliteit in de toekomst nog verder te verbeteren is met de branche een akkoord gesloten: Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang. Daarin is afgesproken dat de kwaliteit van de kinderopvang en van de peuterspeelzalen verder omhoog moet. Er komen extra kwaliteitseisen met meer aandacht voor de ontwikkeling van de kinderen. Aan peuterspeelzalen worden in de toekomst strengere kwaliteitseisen gesteld, dezelfde als aan kinderopvang.
Voor ouders die willen weten hoe goed de kinderopvang is, komt er naast het al bestaande inspectierapport een onafhankelijk, openbaar en toegankelijk kwaliteitsoordeel. De GGD gaat dat ontwikkelen, samen met ouders en vertegenwoordigers van de kinderopvang.
Er is de afgelopen jaren meer geld geïnvesteerd in de kinderopvang. Voor ouders is kinderopvang goedkoper geworden; de kinderopvangtoeslag is verhoogd. Op dit moment maken er zo’n 680.000 kinderen gebruik van. Vrouwen zijn de afgelopen jaren gemiddeld twee uur per week meer gaan werken.
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: ,,Ik wil dat ouders hun kinderen met een gerust hart kunnen toevertrouwen aan goede en veilige kinderopvang. Daar werken wij met z’n allen hard aan. Aan betere, veilige en betaalbare kinderopvang voor iedereen. Het moet niet uitmaken of je ouders arm of rijk zijn. Of waar je woont. Ik vind dat alle kinderen een goede start verdienen.’’
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2016/12/02/kinderopvang-beter-en-veiliger
WETSVOORSTEL WET KINDEROPVANG ALS INTERNETCONSULTATIE VRIJGEGEVEN
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een internetconsultatie vrijgegeven over aanstaande wijzigingen van de Wet Kinderopvang. Hierin kunnen geïnteresseerden het wetsvoorstel inzien en hierop reageren. Het wetsvoorstel dat nu is vrijgegeven is een opmaat naar de definitieve maatregelen die uit het traject Het Nieuwe Toezicht en herijking kwaliteitseisen naar voren zullen komen. Dat meldt Brancheorganisatie Kinderopvang.
Het wetsvoorstel is gebaseerd op drie hoofdonderwerpen. Het eerste is het opnemen van pedagogische doelen als eerste stap in Het Nieuwe Toezicht. Het tweede is het mogelijk maken van lagere wetgeving voor het stellen van nadere regels rondom pedagogische kwaliteit. Tot slot het verhelderen van regels rondom het sluiten van een locatie voor kinderopvang of gastouderbureau.
Het wetsvoorstel kan ingekeken worden via www.internetconsultatie.nl hier kan er ook op gereageerd worden.
De rijksoverheid heeft onder meer regels in de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’, het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’, ‘het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’ en de ‘Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ geformuleerd om de kwaliteit te kunnen beoordelen.
Alle toezichthouders gebruiken in Nederland dezelfde veldinstrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek om te kunnen beoordelen of men zich aan deze regels houdt. Het rapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het ‘Overzicht bevindingen’ staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectie-domein samengevat en in ‘Het inspectie-onderzoek’ staan ze per inspectie-item uitgewerkt.
Hieronder kunt u de modelrapporten juli 2015 gastouderbureau, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang, dagopvang en voorziening voor gastouderopvang downloaden.
Modelrapport GGD juli 2015
20150623-modelrapport-gob-juli-2015
20150623-modelrapport-psz-juli-2015
20150623-modelrapport-bso-juli-2015
Het kabinet heeft plannen om de kinderopvang op een andere manier te financieren. Hieronder schetsen we in grote lijnen wat de plannen voor u als ondernemer betekenen. Belangrijkste wijziging zal zijn dat u zowel de overheidsbijdrage als de ouderbijdrage rechtstreeks ontvangt van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), die de nieuwe financiering gaat uitvoeren.
Waarom wil het kabinet overgaan op een nieuwe financiering?
De nieuwe financiering wordt eenvoudiger voor ouders en odernemers. De huidige kinderopvangtoeslag is ingewikkeld, waardoor 82 procent van de ouders ruim een jaar later nog bedragen terugkrijgt of moet nabetalen. Ouders hebben al die tijd geen zekerheid over hoeveel ze precies aan kinderopvang kwijt zijn. Het nieuwe systeem gaat uit van een vastgesteld inkomen en maakt het mogelijk om wijzigingen, bijvoorbeeld extra afgenomen uren, per maand te verwerken. Ouders hebben daardoor meer zekerheid over de kosten van de kinderopvang. Het aantal nabetalingen en terugvorderingen zal afnemen. Ook wil het kabinet de financiering minder gevoelig maken voor fouten en fraude.
Wilt u meer lezen over de nieuwe financiering voor de kinderopvang? Hieronder kunt u de factsheets voor ondernemers en ouders downloaden:
2015-06-10-85610-financiering-kinderopvang-infosheet
2015-07-15-informatiesheet-ouders-nieuwe-financiering
De Eerste kamer heeft ingestemd met de wet kindregelingen. Alleenstaande ouders die vanuit de bijstand gaan werken, gaan er op vooruit. In 2015 worden de regelingen voor ouders teruggebracht. In 2014 zijn er 10 kindregelingen, in 2015 worden dat er 4. De bedoeling is dat dat de regelingen effectiever worden en lonend voor werkende ouders. Met het terugbrengen van de kindregelingen wordt tevens een besparing van 500 miljoen euro gerealiseerd.
Alleenstaande ouders die vanuit de bijstand gaan werken, gaan er eindelijk op vooruit. Op dit moment leveren alleenstaande ouders in als zijn uit de bijstand gaan om te werken. Meer lezen? Klik dan hier.
Eind 2013 berichtte minister Asscher al dat de verschillen en onderscheid in kinderopvang en peuterspeelzaal zouden verdwijnen. Vanaf 2015 moeten het aantal medewerkers op de peutergroepen (2-3-jarigen) overal het zelfde zijn. Dit aantal wordt gelijk. Het vierogenprincipe gaat ook gelden voor peuterspeelzalen. Opmerkelijk, want deze regel geldt niet voor het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang. Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd 2 medewerkers en/of volwassenen kunnen meekijken of meeluisteren met de groepen. Op dit moment geldt het alleen nog voor de kinderopvang. Verschillen kinderopvang en peuterspeelzaal worden kleiner, zo ook het onderscheid.
Meer lezen? Klik dan hier.
Heijsa krijgt regelmatig aanvragen voor trainingen en workshops op het gebied van risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid. Ondanks dat er er steeds meer kinderdagverblijven door bezuinigingen (gedwongen) sluiten, starten andere ondernemers een kindercentrum. Uit de praktijk blijkt dat vaak ondernemers uit het bedrijfsleven een kinderdagverblijf willen starten vanuit een ideoligisch standpunt. Heijsa Kwaliteitsmanagement adviseert en begeleid startende ondernemers met hun kinderdagverblijf, bijvoorbeeld met het uitvoeren van een marktonderzoek, het schrijven van een gedegen pedagogisch beleidsplan, de werving van pedagogische medewerkers, het uitvoeren van RI’s en het opzetten van het kwaliteitsbeleid.