';
';
';
';
';

Kinderopvangtoeslag via DUO gaat niet door!

 

Het kabinet gaat de dienstverlening van de Belastingdienst rond de kinderopvangtoeslag verbeteren zodat minder ouders hoge bedragen moeten terugbetalen. Het aangekondigde wetsvoorstel om vanaf 2020 de toeslag via DUO naar de kinderopvangorganisaties over te maken, gaat daarom niet door. Staatssecretaris Van Ark kondigde dit vandaag aan in een brief aan de Tweede Kamer.

De huidige wijze van voorschieten van de kinderopvangtoeslag leidt bij een deel van ouders tot financiële problemen. Met name bij ouders met lage inkomens en een wisselend inkomen. Dat was voor het kabinet aanleiding om een andere manier van financieren van de kinderopvang te onderzoeken.

Van Ark: ‘’Na een zorgvuldige afweging heeft het kabinet besloten dat we ouders met hoge terugvorderingen ook kunnen helpen via meer en beter maatwerk in de dienstverlening van de Belastingdienst.”

Bij deze afweging is gekeken naar de mogelijkheden voor verbeteringen, afgezet tegen risico’s. Zowel binnen het huidige stelsel als in een nieuw stelsel. De afgelopen jaren heeft de Belastingdienst meer grip gekregen op de processen en is er meer stabiliteit in de uitvoering van de kinderopvangtoeslag gekomen. Het kabinet kiest daarom voor het doorvoeren van verbeteringen en veranderingen bij de Belastingdienst in plaats van een nieuw systeem.

De ervaringen met de verbeteringen rond de kinderopvangtoeslag kunnen ook helpen bij het verbeteren van het systeem rond andere toeslagen.

Van Ark: ‘’De Belastingdienst heeft al veel stappen vooruit gezet rond de uitvoering van de kinderopvangtoeslag. Ze gaan daar de komende periode mee door.’’

Het kabinet geeft hoge prioriteit aan het terugdringen van schulden van mensen. Daarom zal een deel van de verbeteringen al dit jaar in gang worden gezet. De vertegenwoordigers van ouders en ondernemers in de kinderopvang worden betrokken bij de verdere uitwerking van de voorgenomen verbeteringen.

In opdracht van het vorige kabinet was DUO begonnen met de ontwikkeling van een nieuw systeem. De kosten die daarmee tot nu toe gepaard zijn gegaan, bedragen circa 20 miljoen euro. Er wordt gekeken hoe de tot nu toe ontwikkelde oplossingen gebruikt kunnen worden voor andere trajecten.

Lees meer over de aanpassing van de financieringssystematiek in de volgende brief. 

Brief Aanpassing financieringssystematiek kinderopvang

Inburgering en kinderopvang onder één dak

Heijsa Kwaliteitsmanagement heeft een uniek concept in Nederland. Inburgering en professionele kinderopvang onder één dak. Nieuwkomers, voornamelijk vluchtelingen, moeten inburgeren en hebben vaak in het kader van de gezinshereniging (jonge) kinderen. Uit onderzoek blijkt dat ouders niet altijd de weg naar de kinderopvang  kunnen vinden. Daarnaast is een groot deel huiverig om hun kinderen ‘af te staan’ aan vreemden. Dat begrijpen wij wel, zeker als we naar de achtergrond van veel nieuwkomers kijken. Professionele en kwalitatieve kinderopvang zoals wij dat in Nederland hebben, is niet gebruikelijk in landen als bijvoorbeeld Eritrea, Afghanistan, Iran en Syrië.

De gemeente Rotterdam en inburgeringsinstanties adviseren cursisten om gebruik te maken van bestaande kinderopvangvoorzieningen. Maar toch nemen veel cursisten hun kinderen mee naar de les. Dit verstoort natuurlijk het integratieproces van de cursisten. Bovendien is het voor kinderen niet fijn om in een ruimte te verblijven waar er weinig bewegingsvrijheid is en waar zij stil moeten zijn.

Heijsa Kwaliteitsmanagement, Organisatie & Advies heeft gesprekken gevoerd met verschillende opleidingscentra om samen te werken en een pilot te draaien. Uiteindelijk is de keuze gevallen op Tulp trainingen vanwege de flexibiliteit en de betrokkenheid bij de doelgroep en kinderdagverblijf Elk Kind Geliefd. 

Samen hebben we de krachten gebundeld om tot een mooi en uniek inburgeringsproject te komen, ‘inburgeren doen we als gezin’. Hierdoor kunnen ouders zorgeloos inburgeren en/of naar school gaan, terwijl de kinderen worden opgevangen en verzorgd door gediplomeerde beroepskrachten. Door de nauwe samenwerking met Tulp trainingen, Heijsa Kwaliteitsmanagement en kinderdagverblijf Elk Kind Geliefd houden we de lijnen kort en transparant.

Het kinderdagverblijf zorgt voor de formaliteiten ten aanzien van de opvang. Denk daarbij aan de inschrijving, intake, hulp bij aanvraag van kinderopvangtoeslag en dergelijke. Het kinderdagverblijf zorgt ook voor een leuk en laagdrempelig ouderprogramma vanuit de VVE-methode Uk & Puk, wat weer gunstig is voor het snel aanleren van de Nederlandse taal voor ouder en kind en kennis te nemen van de geldende normen en waarden van de samenleving. Het kinderdagverblijf kan ouders op verzoek opvoedingsondersteuning aanbieden en/of doorverwijzen naar de juiste instanties.

Wilt u meer weten over dit unieke project? Neem dan contact op met G. Heijns-Sayin op het telefoonnummer 06 16118544. Inschrijven kan via de website van Tulp opleidingen.  

“Inburgeren doen we als gezin” is een initiatief van Heijsa Kwaliteitsmanagement, Organisatie & Advies, Tulp Training en KDV ELKG.

 

Veranderingen kwaliteitseisen ondernemers kinderopvang IKK

Het akkoord IKK leidt tot wijzigingen in de kwaliteitseisen in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Hiervoor wordt de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gewijzigd. Dit gebeurt door middel van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang (Wet IKK). De invoeringsdatum van de Wet IKK is 1 januari 2018. Imiddels is het bekend dat niet alle wijzigingen ingaan per 1 januari 2018. bijvoorbeeld, de BKR voor baby’s en bso-groepen gaan in 2019 pas in werking.

De wijzigingen in de kwaliteitseisen zijn nader uitgewerkt in een besluit (algemene maatregel van bestuur) en ministeriële regelingen. Delen van het besluit en de regeling gaan in op een latere datum. Actuele informatie over veranderingen in de kinderopvang staat op de website www.veranderingenkinderopvang.nl.

Download hier Brochure: Nieuwe kwaliteitseisen in de kinderopvang op een rijtje

Omvorming peuterspeelzaal naar kinderopvang

Steeds meer peuterspeelzalen vormen zich om naar kinderopvang.  Het aantal geregistreerde peuterspeelzalen is verder afgenomen sinds de rapportage van Buitenhek Management & Consult uit 2016. In maart 2016 waren er nog 2.150 locaties, begin 2017 is dat gedaald naar 1.644 locaties. Dit betekent niet dat deze locaties gesloten zijn. Het overgrote deel staat nu geregistreerd als kinderdagverblijf. Begin 2017 zijn er nog 55.000 kinderen die gebruik maken van een plek op een peuterspeelzaal. In maart 2016 waren dit er nog 73.000. In steeds meer gemeenten zijn alle peuterspeelzalen omgevormd. In 60% van de gemeenten zijn er geen geregistreerde peuterspeelzalen meer of is het aantal geregistreerde peuterspeelzalen heel klein. In vrijwel al deze gemeenten is er een gemeentelijke regeling voor kostwinners en alleenverdieners – die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag – zodat ook voor hen het kortdurend aanbod financieel toegankelijk blijft. Van de 40% van de gemeenten waar nog wel geregistreerde peuterspeelzalen zijn, hebben de meeste gemeenten plannen voor de omvorming. Per peuterspeelzaal en per gemeente verschilt hoe ver gevorderd deze plannen zijn. Advies nodig voor de omvorming van peuterspeelzaal naar kinderopvang? Neem contact op met Heijsa Kwaliteitsmanagement voor advies en ondersteuning. 

Meer lezen over de omvorming peuterspeelzaal naar kinderopvang? Zie onderstaande downloads voor brondocumenten.

Klik hier voor: verzamelbrief-kinderopvang kamerbrief-feitenonderzoek-peuterspeelzaalwerk

Klik hier voor: verzamelbrief-kinderopvang

Klik hier voor: onderzoek peuterspeelzaalwerk-nl-iii-facts-figures-2017

Amsterdamse peuters in 2018 recht op 15u kinderopvang

Vanaf 2018 hebben álle Amsterdamse peuters recht op 15 uur per week kinderopvang. Hierbij speelt werk, inkomen of opleidingsniveau van ouders geen rol. De kinderdagverblijven zijn van hoge kwaliteit en gericht op de ontwikkeling van peuters. Peuters met allerlei achtergronden komen elkaar daar tegen en worden zich al op jonge leeftijd bewust van de diverse stad waarin zij opgroeien. Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage. Die ouderbijdrage wordt zo laag mogelijk gehouden en tot een minimum beperkt voor ouders met een laag inkomen en peuters met risico op een (taal)achterstand.

Peuterspeelzaal wordt kinderopvangorganisatie

Vanaf 2018 verandert de wet op de kinderopvang: peuterspeelzaal als organisatievorm verdwijnt en wordt een kinderopvangorganisatie met voorschoolse educatie. Amsterdam grijpt deze verandering aan om een peutervoorziening te creëren voor alle Amsterdamse kinderen, waar zij 15 minimaal 15 uur drie dagen per week naar toe kunnen.

Wethouder Onderwijs Simone Kukenheim: “Amsterdam ziet deze nieuwe peutervoorziening als een tussenstap. Landelijke wet- en regelgeving en de daaraan gekoppelde financiële infrastructuur (kinderopvangtoeslag voor werkende ouders en achterstandsmiddelen voor zgn. doelgroepkinderen) maken het nog niet mogelijk om een peutervoorziening te creëren die, net als de basisschool, gratis toegankelijk is voor iedereen.”

Inkomensafhankelijke ouderbijdrage

Alle Amsterdamse peuters kunnen sinds 2016 al minimaal 6 uur per week naar een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf ongeacht het inkomen van hun ouders. Amsterdam heeft in aansluiting op het advies van de SER, besloten dit aanbod per 2018 uit te breiden naar 15 uur per week. Dit zorgt voor een brede ontwikkeling van kinderen. Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag kunnen dat aanvragen via de belastingdienst en betalen een inkomensafhankelijke bijdrage. Ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, krijgen van de gemeente de afgenomen uren (met een maximum van 15 uur) voor het grootste deel vergoed. Ook hier geldt de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

Voor ouders met een laag inkomen en peuters die het risico lopen op een (taal)achterstand, biedt de gemeente een aanvullende tegemoetkoming om de kosten zo laag mogelijk te houden. Een groot deel van deze ouders komt in aanmerking voor bijzondere bijstand van Werk en Inkomen. Naar verwachting betalen zij een bijdrage van ongeveer 7 cent per uur. Onderzocht wordt of de ouderbijdrage voor alle ouders met een laag inkomen door de inzet van de Stadspas tot nul kan worden gereduceerd.

Meer informatie:

Ouders kunnen voor meer informatie e-mailen met vve@amsterdam.nl of bellen naar 020-251 83 15. Voor meer informatie kijk op amsterdam.nl/voorschool

Reactie Asscher op cadeautjes kinderopvang

Kamerlid Yücel van de partij van de arbeid heeft in januari 2017 minister Asscher schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van het bericht “Crèche paait ouders” van december 2016. 

1 Bent u bekend met het bericht ‘Crèche paait ouders’ van 12 december jl.?

Ja.

2 Hoe kijkt u naar de berichtgeving dat kinderopvangorganisaties ouders op deze wijze paaien om hun kind(eren) bij hen onder te brengen? In hoeverre deelt u de mening dat dit zeer ongepast en onwenselijk is? Is het voor u ook een raadsel wat deze kinderopvangorganisaties bezielt?

Ouders kunnen het beste zelf kiezen welke vorm van kinderopvang bij hun kind en hun situatie past. De kwaliteit van kinderopvang is een belangrijk criterium voor die keuze, en ik ben ervan overtuigd dat ouders zich daar ook van bewust zijn. Daarnaast spelen ondermeer prijs en locatie een rol bij de keuze die ouders maken. Iedereen wil tenslotte het beste voor zijn of haar kind. Ik wil welkomstcadeaus niet verbieden, maar wel ouders op het hart drukken om verder te kijken dan een gratis pak luiers. Welkomstcadeaus zijn op zichzelf geen probleem, als het maar binnen de regels gebeurt. Gratis of bijna gratis kinderopvang kan echter nooit.

3 Deelt u de mening dat kinderopvangorganisaties hun tijd en geld dienen te gebruiken om te investeren in de kwaliteit van de kinderopvang om de ontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren om zodoende de beste start te geven aan elk kind?

Kinderopvangorganisaties moeten een goede kwaliteit kinderopvang aanbieden tegen een goede prijs, waarbij zowel ouders als kinderen tevreden zijn. Ik zie welkomstcadeaus op zichzelf niet als tegenstrijdig met de investeringen van dit kabinet in de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang. Omdat kwaliteit zo cruciaal is, investeren wij de komende jaren flink in kwaliteit. De kwaliteitseisen gaan omhoog. Aan de nieuwe kwaliteitseisen moeten alle kinderopvangorganisaties zich houden. Hiervoor ligt inmiddels een wetsvoorstel in de Tweede Kamer (wetsvoorstel Innovatie KK).

4 Deelt u de mening dat ouders hierbij beter ondersteund kunnen worden? Wat is de stand van zaken van ‘de transparante kwaliteitskaart voor ouders’ in ontwikkeling?

Die mening deel ik. Ik wil ouders helpen om nog meer dan nu op basis van kwaliteit te kiezen. Ik vind het dan ook belangrijk om de kwaliteit beter inzichtelijk te maken voor ouders. Ik heb daarom GGD GHOR Nederland gevraagd om een kwaliteitsoordeel te ontwikkelen en hier in pilots ervaringen mee op te doen. Ik heb GGD GHOR Nederland ook gevraagd om hier het kinderopvangveld bij te betrekken, waaronder vanzelfsprekend ook belangenbehartigers van ouders. Een belangrijk doel van het kwaliteitsoordeel is om ouders te voorzien van betrouwbare, toegankelijke informatie over de (pedagogische) kwaliteit van een Pagina 3 van 3 Datum 19 januari 2017 Onze referentie 2017-0000006950 opvanglocatie. Daarnaast verwacht ik dat een dergelijk, openbaar oordeel kinderopvanginstellingen stimuleert om de kwaliteit (verder) te verhogen. De pilots hiermee starten in 2017. Over de opzet van deze pilots wordt overlegd tussen GGD GHOR Nederland, de VNG, Inspectie van het Onderwijs en vertegenwoordigers van mijn ministerie.

5 Hoe kijkt u aan tegen het verder normeren van de marktwerking in deze sector om te voorkomen dat dit soort excessen ontstaan? Hoe kijkt u aan tegen een gedragscode voor de kinderopvangsector waar de sector maar ook nieuwe eigenaren zich actief aan moeten committeren?

6 Bent u bereid om afspraken te maken met de kinderopvangsector over de ‘paaipraktijken’ die gaande zijn op sommige kinderopvangorganisaties? Op welke termijn kan de Kamer hier de resultaten van tegemoet zien?

Antwoord 5 en 6 Een robuuste kinderopvangsector die inspeelt op de behoeften van ouders en kinderen, is van cruciaal belang voor de Nederlandse samenleving en economie. Daarmee kunnen jonge ouders met een goed gevoel gaan werken en kinderen zich ontwikkelen. Marktpartijen hebben in de afgelopen jaren een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de kinderopvangsector. Veel private organisaties laten zien dat zij goede kwaliteit kinderopvang bieden en zij goed samenwerken met het primair onderwijs. Ik vind goede kinderopvang van belang, die voldoet aan de eisen die in wet- en regelgeving gesteld zijn. Hoe deze organisaties dan precies georganiseerd, vind ik minder relevant. Zoals u weet zet ik – samen met alle partijen uit de sector – in op een nog verdere verhoging van de kwaliteit. Hiervoor heeft u inmiddels een wetsvoorstel Innovatie en Kwaliteit ontvangen. Ik vind een verdere gedragscode niet nodig.

Bron:Crèche paait ouders

 

GGD maakt zich zorgen om de kinderopvang

Bij meer dan de helft van de Nederlandse kinderopvangverblijven is er reden tot zorg voor toezichthouder GGD. Deze organisaties hebben de veiligheid bijvoorbeeld niet in orde, er staan te weinig leidsters op een groep of er zijn ­serieuze klachten binnengekomen. De kinderopvang in arme buurten scoort daarbij gemiddeld slechter op kwaliteit dan de opvang in rijke wijken.

Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant naar drieduizend kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvanglocaties verspreid over Nederland – een kwart van het totale aanbod. Toezichthouder GGD heeft bij ruim twee op de drie kinderopvanglocaties in buurten met een laag inkomen ‘lichte’ tot ‘serieuze’ zorgen. In buurten met hogere inkomens is dat iets meer dan de helft.

De kinderopvang wordt in Nederland overgelaten aan particuliere bedrijven. Het toezicht is versnipperd over 25 regionale Gemeentelijke ­Gezondheidsdiensten (GGD’s). Met de introductie van de publieke voorschool voor jonge kinderen tot 4 jaar en de aanscherping van kwaliteits-­regels probeert minister Lodewijk ­Asscher van Sociale Zaken al enige tijd meer grip te krijgen op de kwaliteit van de kinderopvang tussen 0 en 4 jaar.

Voor de ouders van jonge kinderen zijn er geen overzichtelijke maatstaven beschikbaar om de kwaliteit van kinderopvang te onderzoeken. Zij kunnen wel ingewikkelde inspectierapporten doorbladeren maar de opvanglocaties onderling niet vergelijken, zoals in het onderwijs bij de Cito-scores of eindexamenresultaten.

De 25 GGD’s geven sinds 2012 op basis van hun openbare inspectierapporten en andere signalen jaarlijks een ­’risico-oordeel’ af van kinderopvang-­locaties. Deze oordelen zijn niet openbaar, omdat de GGD ze voor intern gebruik heeft opgesteld. In samenwerking met Open State Foundation heeft de Volkskrant nu van ruim drieduizend kinderopvanglocaties van zeven van de 25 GGD-regio’s de risico-oordelen weten te achterhalen. De andere ­regio’s hebben tot nog toe hun oordelen niet vrijgeven.

De GGD wijst erop dat de risicoprofielen geen kwaliteitsoordeel vormen. ‘Het is een instrument voor toezichthouders om in te schatten hoe intensief er toezicht gehouden moet worden’, zegt GGD-projectleider Mireille Gemmeke. Als de inspecteur zich zorgen maakt, hoeft er in de praktijk niet altijd iets aan de hand te zijn.

Gemmeke: ‘We vinden het kwaliteitsverschil een interessant vraagstuk, maar is meer onderzoek nodig om er iets over te kunnen zeggen.’ Een woordvoerder van de verantwoordelijke minister Lodewijk Asscher: ‘Mocht blijken dat in gebieden met een lage sociaal-economische status de kwaliteit van kinderopvang daadwerkelijk lager is, dan vinden wij dat zorgelijk.’

Volgens Gjalt Jellesma van ouder­-belangenvereniging Boink geven de ­risicoprofielen wel degelijk een betrouwbaar beeld van de situatie. ‘Grote, goed functionerende organisaties zijn weggetrokken uit slechte buurten. De opvang was niet meer rendabel.’ Kleinere, goedkope opvanglocaties bleven achter. ‘Daar zitten hele goede tussen, maar ook veel slechte.’

De Volkskrant onderzocht risicoprofielen van 3.173 kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvanglocaties verspreid over Nederland, over de afgelopen vijf jaar. De gegevens zijn vergeleken met inkomensgegevens op buurtniveau (uit 2012), afkomstig van het CBS. Daaruit blijkt dat de opvangen in buurten met een lager inkomen significant slechter scoren dan concurrenten in rijkere buurten. De gegevens zijn via een beroep op de Wet openbaar bestuur opgevraagd door Ewoud Poerink, namens Open State Foundation en de stichting Voor Werkende Ouders.

Slecht presterende organisaties kunnen volgens Jellesma nu nog te lang doormodderen. De inspectie moet daarom volgens hem strenger controleren, gemeenten moeten strikter handhaven. ‘Ouders kunnen er nu niet op vertrouwen dat de kwaliteit van de kinderopvang op de hoek in orde is.’

De cijfers geven een serieuze indicatie dat er verschillen zijn, zegt Ruben Fukkink, hoogleraar kinderopvang aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Juist omdat kinderen uit achterstandsbuurten goede opvang misschien nog wel harder nodig hebben dan kinderen uit een welvarend nest.’
 

 

Buitenschoolse opvang en meertaligheid

Vanaf 1 september mag buitenschoolse opvang voor ten hoogste 50% van de openingstijd van een kindercentrum per jaar in de Duitse, Engelse of Franse taal worden aangeboden.

De wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die op 21  november 2015 is gepubliceerd (Stb. 2015, 452) treedt t.a.v. de mogelijkheid om meertalige buitenschoolse opvang aan te bieden op 1 september 2016 in werking (Stb. 2016, 256).

Houders van kindercentra die meertalige buitenschoolse opvang willen aanbieden moeten ervoor zorgen dan hun beroepskrachten meertalige buitenschoolse opvang over de juiste opleidingseisen en taaleisen voldoen.  Voor wat betreft de opleidingseisen wordt aangesloten bij de eisen die gelden voor reguliere beroepskrachten middels verwijzing naar de CAO kinderopvang. Verder moet de beroepskracht meertalige buitenschoolse opvang beschikken over een certificaat of een diploma waaruit blijkt dat hij/zij de Duitse, Engelse of Franse taal voor de deelvaardigheden gesprekken voeren, lezen, luisteren en spreken beheerst op ten minste niveau B2 van het Europees Referentiekader voor Talen.

Houders moeten in hun pedagogisch beleidsplan beschrijven op welke wijze zij de meertalige buitenschoolse opvang in hun kindercentrum vormgeven.

De ministeriële regeling die bovenstaande uitwerking regelt zal medio augustus gereed zijn en gepubliceerd worden.

Modelrapporten wet op de kinderopvang

Modelrapporten peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en peuterspeelzaal januari 2016

Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid onder meer regels in de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’, het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’, ‘het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’ en de ‘Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ geformuleerd.  

Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, werken alle toezichthouders in Nederland met dezelfde veldinstrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek. Dit rapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het ‘Overzicht bevindingen’ staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectie-domein samengevat en in ‘Het inspectie-onderzoek’ staan ze per inspectie-item uitgewerkt.

peuterspeelzaal: modelrapport-psz-januari-2016

gastouderbureau: modelrapport-gob-januari-2016

gastouder: modelrapport-vgo-januari-2016 (1)

voorziening voor gastouderopvang:20150623-modelrapport-vgo-juli-2015

buitenschoolse opvang: modelrapport-bso-januari-2016a

dagopvang: modelrapport-dov-januari-2016

 

 

 

 

Extra miljoenen voor kinderopvang

Op Prinsjesdag zal bekend worden of de plannen van het kabinet om volgend jaar 250 miljoen euro extra in de opvang van kinderen te investeren koppen. De investering in de opvang van kinderen (inclusief vaderschapsverlof) is een voorstel van de PvdA. De 250 miljoen investering zou hoofdzakelijk worden geïnvesteerd in de kinderopvangtoeslag. Ouders die gebruik maken van kinderopvang kunnen er in 2016 25 tot 50 euro per maand op vooruit gaan. Dat kan per jaar oplopen tot een meevaller van 600 euro. Het uitbreiden van het betaalde vaderschapsverlof van twee naar vijf dagen kost bij elkaar 75 miljoen euro. In totaal zou minister Asscher 250 miljoen euro willen investeren in peuterspeelzalen om hen te ondersteunen bij de harmonisatie.